De bouwdatum is onbekend, waarschijnlijk in de tweede helft van de 12e eeuw, omdat in die tijd de Grote Vijver als reservoir voor de molen werd afgedamd. In de 14e eeuw waren er zes molens in bedrijf binnen de stadsmuren, aangedreven door water uit de bronnen. Deze werden ook in de 17e eeuw nog beschreven als een bijzonderheid van de stad Soest. In het "Bestek der Soester Mühlen" uit 1738 worden 37 molens in de stad en in de Börde genoemd. De meeste werden geclassificeerd als graanmolens, wat duidelijk het belang van de Börde van Soest als graanlandschap aantoont, zelfs in de vroegmoderne periode.
De vijvermolen werd in de jaren 1930 uitgebreid volgens plannen van Paul Schlipf in de stijl van de plaatselijke erfgoedarchitectuur.